Tomaten die met kennis over hun genetische opmaak genetisch zijn getransformeerd. De paarse en de blauwe zijn met een fotobewerkingsprogramma van een kleurtje voorzien. Bron: ARS - USDA, Publiek Domeinfoto, bewerkt door Jan-Kees Goud.

Op 13 december jl. organiseerde de KNPV in samenwerking met de COGEM (Commissie Genetische Modificatie) een discussiemiddag onder de titel:

 

“GMO en Gewasbescherming: waar trekken we de grens?”

 

Deze dag, onder leiding van Gert Kema (voorzitter KNPV), werd zeer goed bezocht (ongeveer 85 personen) en alle geledingen van bedrijfsleven, onderzoek, onderwijs tot overheid waren aanwezig. Download presentatie Gert Kema.

Frank van der Wilk (COGEM) gaf een overzicht van het gebruik van genetisch gemodificeerde (GG) gewassen in de wereld (105 miljoen ha, vooral in de VS) en in Europa (91000 ha, vooral in Spanje), en om welke gewassen het gaat (met name soja, maïs en katoen). Tevens stond hij stil bij het beoogde doel van de modificatie (herbicidentolerantie, insectenresistentie, abiotische stress zoals zout- en droogtetolerantie, verwerkbaarheid en gezondheidclaims). Hij gaf tevens aan dat uit onderzoek (2005) blijkt dat burgers in Europa positief zijn over biotechnologie maar negatief over verwerking van GG-gewassen in voedsel. Download presentatie Frank van der Wilk.

Gijs Kleter (RIKILT) ging in op het effect van GG-gewassen op de gemeten en op basis van scenario-studies voorspelde vermindering van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en daarmee de afname van de milieubelasting (verschuiving in gebruikte middelen en lagere doseringen). In herbicidentolerante GG-gewassen is onkruidbestrijding eenvoudiger maar kan ook sneller leiden tot resistentie-ontwikkeling. Download presentatie Gijs Kleter.

Evert Jacobsen (PRI) gaf een overzicht van de actuele discussie rond cis- en transgenese. Hij hield een pleidooi voor cisgenese gewassen (genetisch gemodificeerd met genen uit dezelfde soort). Dit resulteert in een veiliger c.q efficiënter systeem dan de traditionele veredeling (geen linkage drag van onbekende genen uit wilde soorten), dat via een eenvoudiger registratiesysteem toegelaten zou moeten worden op Europese markt . Alleen dan zouden snel grote stappen kunnen worden gemaakt in de beheersing van grote ziekteproblemen in de landbouw waaronder appelschurft en aardappelziekte. Bovendien neemt de afhankelijkheid van multinationals met betrekking tot GG-gewassen af. Download presentatie Evert Jacobsen.

Uijtewaal (Nunhems) gaf een toelichting bij het Cimbaa project, een resistentie-management systeem tegen koolmot in kool in Azië en Afrika. Het project wordt uitgevoerd door een internationaal consortium waarbij telers en de consumenten zeer sterk zijn betrokken. Dit heeft de acceptatie van GG-Brassica in India zeer sterk bevorderd. Naar website Cimbaa.

Edith Lammerts van Bueren (Louis Bolk Instituut) gaf na een uiteenzetting van de uitgangspunten van de biologische landbouw een inleiding over de co-existentie van de biologische sector met GG-gewassen. De Commisie Co-existentie buigt zich hierover in de gewassen maïs, aardappel en suikerbiet. Men wil in een convenant duidelijke afspraken maken, maar het proces is nog (lang) niet afgerond. Download presentatie Edith Lammerts van Bueren.

Na deze inleidingen is er gediscussieerd onder leiding van Jan Buurma (KNPV) en werd de middag, die als zeer zinvol werd ervaren, afgesloten.